Doe de aardappelen in een pan met koud gezouten water en kook ze ongeveer 20 minuten.
Haal van het vuur, giet de aardappelen af en laat ze afkoelen.
Pel en was de sjalotten en hak ze fijn. Snijd de gedroogde tomaten in blokjes.
Fruit in een kleine koekenpan de sjalotten aan in een beetje olijfolie en laat ze op laag vuur garen zonder te kleuren. De gedroogde tomaten toevoegen en enkele minuten laten koken. Haal van het vuur en zet opzij.
Smelt in dezelfde pan de boter met de suiker op hoog vuur. Roer met een houten lepel tot je een karamel krijgt.
Smeer de karamel snel uit op een vel bakpapier dat u vooraf in de bodem van een vorm met een diameter van ongeveer 22 cm hebt gelegd. U kunt een cakevorm, een taartvorm of idealiter een springvorm gebruiken, de laatste maakt het gemakkelijker om de karamel uit de vorm te halen.
Bestrooi de karamel met gedroogde oregano.
Snijd de warme aardappelen met een mes in dunne plakjes.
Schik de aardappelschijfjes op de bodem van de pan. Steek de sjalot en de tomaten in de openingen tussen de aardappelen. Kruid met peper en zout.
Bestrooi met geraspte Emmentaler kaas.
Snijd een schijf bladerdeeg van 3 cm groter dan de diameter van je vorm.
Leg de schijf op de aardappelen en steek hem met het lemmet van een mes in de pan. Maak een klein gaatje in het midden van het deeg om als schoorsteen te dienen en te voorkomen dat het deeg tijdens het bakken te veel opzwelt.
Verwarm de oven voor op 180°C. Zet in de oven en bak 30 tot 35 minuten tot het deeg goudbruin is.
